Breguet Atlantic
Breguet Atlantic
In dienst bij de marineluchtvaartdienst 1969 - 1984.
Bij de marineluchtvaartdienst wordt de Atlantic aangeduid als SP-13A en in gebruik genomen bij het VSQ 321 op het Marine Vliegkamp Valkenburg. De Atlantics krijgen de registraties 250 tot en met 258.
Een van de eerste marinevliegers op de Atlantic omschrijft het toestel als een witte boorden vliegtuig. “Je kunt er in je zondagse pak in werken en er schoon uitstappen. Als je in een Neptune alleen maar gaat zitten, ben je al smerig.”
Zowel in nationaal als internationaal verband wordt door het VSQ 321 met de Atlantic deelgenomen aan oefeningen. Met detacheringen in voornamelijk Duitsland, Frankrijk, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en IJsland is de Nederlandse Atlantic jarenlang een bekende verschijning in het internationale luchtruim. Integenstelling tot de Neptune van VSQ 320 is de Atlantic sporadisch te zien in het Caribische gebied.
De plaatsvervangend Chef van de Marinestaf schrijft eind 1974 dat de ernstige aanloopmoeilijkheden na de indienstneming bij de marineluchtvaartdienst op het gebied van logistiek en documentatie praktisch zijn verholpen en de materiële gereedheid zeer redelijk is.
De Atlantic is operationeel goed bruikbaar maar niet meer een modern wapensysteem. De Atlantics moeten dan ook in het begin van de 80-er jaren worden vervangen.
Op 1 januari 1985 valt het doek. De Atlantic is van 1969 tot en met 1984 bij de marineluchtvaartdienst in gebruik geweest.
De Atlantic is als NAVO-project in de 50-er jaren ontwikkeld. Als de ministerraad in juli 1968 besluit om negen vliegtuigen van het type te bestellen zijn delen van de productie lijn al gesloten.
De eerste vier Atlantics voor de Marineluchtvaartdienst zijn dan ook oorspronkelijk bestemd voor de Franse (en Duitse) Marine.
De Atlanticia van 1969 tot en met 1984 bij de marineluchtvaartdienst in gebruik geweest.
Martin de Boer (1959) is geboren en getogen in Valkenburg (Z-H). Met het marinevliegkamp in zijn achtertuin groeit hij op met de dagelijkse vliegbewegingen van de Marineluchtvaartdienst. Van jongs af aan is hij geïnteresseerd in de geschiedenis van het vliegkamp.
Aan de hand van archiefonderzoek, in binnen- en buitenland, tracht hij om de vliegbewegingen vanaf het prille begin in kaart te brengen.
In 2009 publiceert hij in samenwerking met Flash Aviation, Vreemde vogels op Valkenburg. Een geïllustreerd overzicht van alle bekende militaire buitenlandse bezoekers (vliegtuigen en helikopters) aan het vliegveld in de periode 1939-2008.
Martin de Boer diende in de periode 1978-2010 bij de Koninklijke Marine. Na zijn diensttijd is hij zich meer en meer gaan richten op het schrijven.
In de weekkranten De Rijnsburger en De Katwijksche Post schrijft hij, van augustus 2011 tot en met december 2017, onder de titel Vreemde vogels op Valkenburg maandelijks een column over personen van uiteenlopend pluimage, van hoogwaardigheidsbekleders tot en met scholieren, die het vliegveld hebben bezocht.
Over zijn uitzending naar Drvar in Bosnië, schrijft hij het boek Mijn Drvar – dagboek van een vergeten missie (2011).
In het boek Etienne – voortijdig uit het leven weggerukt van allen die hem lief waren (2015) verhaalt hij over het gruwelijke verlies van zijn jongste zoon welke door geweld om het leven is gebracht.